4 Februari 2017

4 Februari 2017

Lieve mensen,

Over de tijd die je nodig hebt om hardnekkige patronen af te leren en nieuwe opbouwende gewoontes aan te leren zijn vast en zeker de meest uiteenlopende theorieën.
Zeker in deze tijd van “in 5 stappen naar succes”, “in 12 weken een killerbody” of wat al niet meer, lijkt het wel of verandering simpelweg in een schema is te stoppen.
Puttende uit mijn eigen ervaring en kijkende om mij heen, weet ik dat je soms in één keer de knop kunt omdraaien en soms gedurende lange tijd zult moeten oefenen met vallen en opstaan, om uiteindelijk te ervaren dat die vastgeroeste gewoonte is losgeweekt.

Om jezelf toch enige houvast te geven, zijn 40 dagen een krachtig symbolisch getal om je een oefening eigen te maken en verandering in jezelf en in jouw systeem te bewerkstelligen.
Een ander tijdsbestek van cyclische transformatie is de maancyclus van rond de 28 dagen. Met Donkere Maan (Nieuwe Maan) start je jouw nieuwe intentie en beoefening, door de periodes van Wassende, Volle en Afnemende Maan heen. Tot de nieuwe Donkere Maan.
Want de weg van verandering kent momenten van euforie en momenten dat je het helemaal niet meer ziet zitten noch er zin in hebt.
Het feit dát je je hebt voorgenomen om deze oefening aan te gaan én het tijdsbestek dat je voor ogen hebt, kan helpen om vol te houden.

In mijn vorige nieuwsbrieven heb ik het over ademtechniek en mudra’s gehad. Om deze je eigen te maken is het aan te bevelen deze gedurende een bepaalde periode dagelijks te doen.
Want hoewel je een oefening altijd ad hoc kunt oppakken als de situatie daar om vraagt – sommige oefeningen of mudra’s werken acuut door – leert de praktijk dat die hoofdpijn, zielspijn of welk ander ongemak of juist positieve intentie niet in één zwaai met de toverstok weg is of verschijnt. Als spanningen en stress zich langere tijd hebben opgebouwd in je lichaam en geest, dan kun je je voorstellen dat het langere tijd van Liefde, Geduld en Discipline nodig heeft om deze uit je systeem te krijgen.

Nadi Sodhana Pranayama
Mocht je deze oefening regelmatig thuis doen en je begint een ritme te vinden in het afwisselen van de adem door het linker- en rechterneusgat, dan kun je de aandacht verdiepen.
Dan kun je nog meer één worden met de adem en wordt het een meditatieve oefening.
Je bent nu vertrouwd met het afwisselend afsluiten van de neusgaten en kunt je meer richten op je houding: opgericht van de stuit naar de kruin. Dit maakt dat de adem beheerst en geleidelijk kan instromen vanuit de buik naar de borst naar de keel.
Zodat je de ademweg kunt volgen:
*in door Rechts, langs de rechterkant van de wervelkolom omlaag, tot aan de stuit
*uit door Links, vanuit de stuit langs de linkerkant van de wervelkolom omhoog
*in door Links, langs de linkerkant van de wervelkolom omlaag, tot aan de stuit
*uit door Rechts, vanuit de stuit langs de rechterkant van de wervelkolom omhoog

Er is dus 1 punt van waaruit de ademenergie omhoog stroomt. In de stuit, daar waar de energie van het 1e Chakra (Muladhara) huist.
Als je bovenstaande verdieping aan de beoefening van deze pranayama toevoegt, zul je je bewust worden van de energie in, door, langs en rondom de wervelkolom.
Jouw energie…

Makara-Mudra & de Nieren
De afgelopen periode hebben we aandacht besteed aan de nieren vanwege de winterperiode waarin het element Water dominant is. En het waterelement is verbonden met de nieren en de blaas.
De Winter is een periode van rust en inkeer. In onze huidige maatschappij is daar helaas vaak weinig van te merken omdat alles gewoon doorgaat.
Maar als je om je heen kijkt, heeft de Natuur zich teruggetrokken om weer op te laden voor de Lente (groei), Zomer (bloei) en Herfst (oogst).
Ook een mens heeft tijd nodig om uit te rusten en op te laden. En in die mens liggen de organen die 24 uur per dag voor ons werken: reinigend en transformerend. Zoals de nieren…
Als wij zelf niet uitrusten, we altijd ‘aanstaan’, kunnen ook de organen niet opladen.

De Mudra die we in de les hebben gebruikt is de Makara-mudra.
Leg hiertoe de ene hand in de andere, waarbij de duim van de onderste hand tussen de pink en ringvinger van de bovenste hand door in diens handpalm komt te liggen.
De toppen van de duim en ringvinger van de bovenste hand liggen tegen elkaar.
Een paar keer per dag de tijd nemen om te zitten met de handen in deze mudra, geeft de gevraagde rust.
Je kunt de oefening verdiepen door de volledige yoga-adem te gebruiken: zonder de adem te ‘halen’, adem je diep in door de neus en vul je je buik, je longen tot aan de keel toe. Zonder vast te houden, blijf je even vol en adem je daarna langzaam uit door de neus. Vervolgens blijf je enig moment leeg. Zonder te knijpen.
Laat de adem regelmatig en moeiteloos stromen.
Voel de ont-lading bij de uitademing; en de op-lading bij de inademing.

NB: de inspiratie en basisinformatie over de mudra’s haal ik nog altijd uit het boek van Gertrud Hirschi, ‘Mudra werkboek’.

Met mijn nieuwsbrieven hoop ik jullie weer te inspireren en om thuis te oefenen.

Je weet: vragen staat vrij!