13 Februari 2017

13 Februari 2017

Lieve mensen,

Het woord ‘yoga’ is een afgeleide van het Sanskriet-woord ‘yuj’ dat ‘juk’ betekent.
Nu weten we allemaal dat vertalingen en interpretaties zeer uiteenlopend en zelfs splijtend kunnen zijn. En splijtend is nu juist het tegenovergestelde wat yoga beoogt.
Veel interessanter is dan ook beleving, doorleving en ervaring.

Het onder een juk brengen, kun je zien als het opleggen van een juk om bijvoorbeeld de koe de ploeg te laten voorttrekken. Hierdoor heb je controle over de koe en het proces. Zoals ik in een eerdere nieuwsbrief zei: het beheersen van iets (of iemand) kun je ook een verdiepende en actieve betekenis geven. Beheersen wordt dan beoefening, berijpen, het doorkrijgen en het in de vingers krijgen van iets.
Met yoga beoog je, door jezelf (soms letterlijk) binnenstebuiten te keren, om jezelf te leren kennen. Je onderzoekt jezelf van alle kanten – fysiek, emotioneel, mentaal, spiritueel – zodat je jezelf door en door leert kennen. Zodat je weet hoe je met jezelf kunt omgaan…

Een juk heeft ook een andere functie: het in balans brengen en houden. Denk aan het juk dat je op je schouders legt om twee emmers met melk te verplaatsen.
Het juk zorgt voor verbinding én balans.
Je verbind je met het gewicht op de schouders en in de emmers en voelt wanneer de juiste balans is bereikt om zonder morsen te gaan bewegen. Het juk laat je dit evenwicht voelen en bréngt het evenwicht door beide kanten met elkaar te verbinden.

Yoga-beoefening brengt je in verbinding met je lichaam, je gevoelens, je mentale toestand, je overtuigingen, jouw relatie met de andere en de wereld om je heen.
Het kan hardnekkige patronen loswrikken en openingen creëren waarvoor je misschien niet direct een invulling hebt. Ook kun je geconfronteerd worden met bepaalde beperkingen – en geloof me: iedereen heeft beperkingen – die soms oplosbaar zijn en soms onlosmakelijk aan jou verbonden zijn.

En dat brengt me bij het volgende: een yogales laat je reizen door jezelf. Door je lichaam, je gedachten, opgeslagen emoties en ervaringen.
De houdingen (asana’s) en andere oefeningen staan ten dienste hiervan. Want het kan betekenen dat je bijvoorbeeld tijdelijk of structureel bepaalde bewegingen niet of nauwelijks kunt maken. Soms is dat een eerste reactie van je denken (“oh, dat kan ik niet”, “hè bah, dat is die irritante oefening”) of het lichaam (stijfheid) en komt er gedurende het oefenen en ademen meer ruimte. Soms geeft jouw lichaam aan dat er een aanpassing nodig is.
Belangrijker dan het strikt opvolgen van de aanwijzingen of het uitvoeren van een oefening is het luisteren naar jouw lichaam. En voelen waar de oefening over gaat.
Een arm hoeft niet voor 100% opgerekt te worden om bijvoorbeeld ruimte te creëren in de flanken. Iedere beweging doet íets en ieder rustmoment doet íets.
En dat gaat ook op voor de adem: al voel je de adem (nog) niet in het bekken of in de buik, je kunt er wel de aandacht naar toe sturen.
Alle heeft zin 🙂

Een mooie oefening is visualisatie.
Deze week zullen we daar weer eens mee gaan oefenen.
Als je eerst of halverwege een oefening visualiseert, verbind je de kracht van het denken met de kracht van het gevoel. Je stelt je van binnen uit voor hoe het is om een bepaalde beweging te maken, het lichaam herkent dat, vóelt dat ook, en vervolgens maak je de beweging ook daadwerkelijk.
Als je eenmaal hebt geleerd hoe je visualiserend een oefening kunt uitvoeren, dan kun je dit altijd inzetten als je tijdens een bepaalde oefening om welke reden dan ook stopt. Dan vervolg je de oefening visualiserend.

Wordt vervolgd…